“Ja jongens, zo is dat. En niet anders,” laat ik midden in een stilte vallen. Hoe het dan is weet niemand. Voor zover ik kan achterhalen hebben generaties voorouders dit al op vreemde momenten verzucht. Ik ben er mee besmet. De ‘jongens’, in dit geval één meisje, noemt het ‘een zen statement’. “Wat het ook is, je kunt het toch niet veranderen.” Mijn podiumvrees, die ik probeer te betomen met uren Netflix, daalt wat van de voorouderlijke wijsheid. Ik noem haar rattekopje. Ze beweert dat je in mijn haar friet kan bakken. Zo is dat. En zo is het goed.