Zomerstorm
Ik word wakker als ze zich moeizaam over me heen wurmt, haar huid plakkerig tegen de mijne. Ze ruikt naar haar werk in de kroeg, ze ruikt naar zweet. Maar ze ruikt vooral naar ijzer, zoet en krachtig. Als haar klitterige krullen over mijn hoofd strijken zie ik mijn kans schoon. In halfslaap richt ik …