Het gaat je niet in de koude kleren zitten, zo’n vakantie. Of de warme kleren – in het beste geval uiteraard helemaal geen kleren. Dagenlang in de schaduw naar de zon staren, op een terras met een cocktail in je hand. Zoveel plotselinge ontspanning, dat levert blessures op voor de gemiddelde Nederlander. Na een paar dagen dreigen je hersencellen te verzuipen in de eindeloze stroom zontherapie.
En dan komt altijd de omslag.
Je lichaam is van zijn stressverslaving genezen, en je bent de klok vergeten. Een minuut kan urenlang duren, en andersom. Filosofisch bedenk je je dat dit is waar de mens voor is gemaakt. We stammen af van een tropisch dier, we hebben die zon nodig, we hebben dit tempo nodig. Te veel stress en geldingsdrang zijn alleen goed voor hart- en vaatziekten.
Uiteindelijk willen we het liefste écht leven.
En dat gaat prima hier. Het voelt zelfs alsof je best zonder hersencellen zou kunnen. Net als die Grieken, een beetje schoffelen in de moestuin en eindeloos kijken naar de blauwe hemel in plaats van naar je gasten. Toegegeven, het is economisch niet zo handig, maar het lijkt best een goed leven.
Gek genoeg blijkt die klok toch altijd door te tikken.
Ineens moet je naar huis. En die thuiskomst, die gaat verdomme in je natte kleren zitten. Nederland ziet er elk jaar bij terugkomst uit als een verzopen kat, maar dit jaar lijkt de kat in verregaande staat van ontbinding. Je zongedroogde hersenen worden met emmers regenwater wakkergeschokt. Die bakken vocht uit de hemel, daar valt gewoon niet tegenop te amateur-filosoferen.
Wat een enorme terugslag.
Het liefst kruip je huilend terug in het vliegtuig, onderweg naar de zon en de cocktails. Maar je plotseling ontwaakte hoofd vertelt je dat daar geen geld en geen tijd voor is. Het vertelt je nog een heleboel meer. Dat je je tas moet uitpakken, de was moet doen, het huis moet schrobben, de katten moet voeren, je vergadering voor morgen moet voorbereiden en de vijfhonderd-en-één achtergelaten taken moet oppakken. En snel een beetje. Regen en adrenalinekick tegelijk, genoeg voor een complete stroomuitval.
Gelukkig is er een oplossing.
Meteen het diepe in duiken, dat werkt het beste. Een lekkere portie stress, en je bent voor de hele winter weer goed verslaafd. Tijdens een onrustige nacht kun je dan filosofisch woelen: dit is waar de mens voor is gemaakt. We kregen die hersenen tenslotte niet voor niets. We hoeven niet te slaven boven een moestuintje, want ons land kan ons verzekeren van pensioen. En voor het winterdipje bestaat er een dosis lichttherapie.
Het enige wat je hoeft te doen is overleven.
Ergens knaagt het. Niet dat ik niet van mijn werk hou, eerlijk gezegd ben ik er gek op. Nadenken voelt als een oerdrift, dingen bereiken voelt heerlijk. Maar elke dag door de Nederlandse modder- of sneeuwpoel waden doet dat niet. Waarom zou je de sprong niet wagen, een andere plek uitzoeken? Omdat je hersenen niet verder durven te denken dan de boodschappen doen, een nieuw project begeleiden.
Omdat je lef moet hebben om te durven leven.
En ik heb dat niet. Als ik straks weer een jaar heb gebikkeld, gezweet en me zelfs uit de naad van de naad heb gewerkt, durf ik alleen te hopen dat mijn pensioen niet rechtstreeks de vergrijzing in verdwijnt. Maar gelukkig kan ik dan een paar weken vrij nemen. Voor de beste remedie, het beste keurslijf, de beste illustratie van mijn eigen onmacht om te veranderen. Even op vakantie, daar knap je van op.