Het is oorverdovend, vijftien Amerikaanse lesbiennes in je huis. Ik sta nog een beetje met mijn ogen te knipperen. Ik heb dit zelf veroorzaakt. In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik ze uitgenodigd. Misschien omdat ik me weer twintig voelde, met hen om me heen. Misschien omdat ik door de wodka de bomen niet meer kon zien. Misschien omdat er eentje onweerstaanbaar is.
Nu zitten ze hier.
Ze drinken mijn complete niet-onaanzienlijke voorraad leeg, en ik haal de secret stash vanuit de berging. Niet omdat ik zo’n goede gastvrouw ben, maar omdat het fascinerend is hoe Amerikanen met elke slok alcohol tien decibel kunnen opvoeren. Ik wil de buren het plezier niet ontzeggen, dus zet ik mijn balkon wagenwijd open. ‘THIS VIEW IS AMAZIIIIING’ schalt over het water.
Natuurlijk blijft het daar niet bij.
Ook de vrouw van zes hoog en Mien de Bakker van twee blokken verder kan genieten van een lang gecompliceerd verhaal over een ex-vriend die het deed met de vriendin van een ex-vriendin. Want in Amerika is biseksualiteit nog hip. Of alternatief. Of democratisch. In ieder geval on-Amerikaans. En dat lijken ze allemaal het liefste te willen zijn. Niet-Amerikaans, vrij en oneindig seksueel. Vooral nu ze kansen hebben in Nederland.
‘She steals my gaaaaame’ klinkt het nasaal door de kamer.
De kleine roodharige is blijkbaar bang dat haar seksleven is verkeken nu er wat populairdere dames binnenvallen. Logisch, ze is te ielig, te springerig en te aanhalig om echt aantrekkelijk gevonden te worden. Denkt ze. Uiteraard vallen ze allemaal op haar, maar hoe moet zij dat weten? Ze zit in een minderwaardigheidscomplex ter grootte van haar eigen land. Ik wou dat ik haar kon vasthouden.
Een spel, meer is het niet.
Als steeds meer vrouwen elkaar in de armen vallen en in stille, of luidruchtige, hoekjes kruipen, weet ik al dat het morgen niet meer dan een lachertje is. Haha, we werden dronken, we hebben elkaar gezoend.
Haha, het was allemaal een avontuur in een ver buitenland.
Ik herinner me het gevoel zelf nog goed. Ik mis het spelen, ik mis het twintig zijn. Tegen beter weten in zoek ik met mijn ogen de roodharige. Ik zie hoe ze stiekem staart naar het populaire meisje dat haar ‘game’ verknalde.
Het is nooit echt een game.
Door hoeveel wodka je ook naar de bomen kijkt, hoeveel decibel je er ook opgooit en hoe sletterig je ook mag zijn in een onbekend land. De winst is niet te bepalen, de verdoving is maar beperkt. Al heb je duizend tongen in je mond voelen roeren, het maakt je nog niet vrij. Zelfs ik voel uit de in hoekjes samengekluisterde vrouwen het verlangen vibreren naar iets oprechts, iets échts. Wat dat dan ook mag zijn.
Even later schijnt de zon alweer.
Het meisje met het rode haar staat inmiddels op het balkon. Het licht zorgt dat ze bijna een aura draagt. Ik zie hoe iedereen stiekem naar haar kijkt. ‘This view is amazing,’ zegt ze als ik naast haar tegen de rand ga hangen, maar haar hoofd en haar volume zijn er niet bij.
Ze kijkt naar de populaire vrouw en streelt verwoed de tranen weg.
Ik knipper nog eens met mijn ogen en sla voorzichtig een arm om haar heen. Het is misschien heel on-Amerikaans van me, maar ik hou ik het daarbij. Zij verlangt naar iets dat ze nooit zal krijgen, en ik vind dit zachte troosten meer dan oprecht genoeg.
Soms ben ik zo blij dat ik geen twintig meer ben.