“Gekken zijn het,” bries ik naar mijn lieftallige huisgenote. Ze gaat bijna weer terug naar België, maar heeft het twijfelachtige voordeel dat ze Koninginnedag nog mag meemaken. We ontwijken stukken glas en oranje vlaggen, maar mannen ontwijken is iets lastiger. Die versperren de weg, bewegen met je mee, grijpen je arm. Gelukkig zijn ze dronken genoeg om met een ferme duw in de goot te belanden. Waar ze horen.
Daar is mijn huisgenootje het mee eens.
Al is ze hetero, voor vandaag maakt ze een uitzondering. ‘Die Hollandse mannen eh,’ zegt ze met haar Vlaamse accent. Hoofdschuddend en moe proberen we ons in een bus te wurmen. Dronken mensen versperren ons de weg, maar dat zijn we inmiddels gewend. Dat we publiek bezit zijn nog niet. ‘Kijk voor je,’ gromt mijn soms-niet-zo-lieftallige huisgenoot naar een man die zo ingespannen naar haar borsten zit te loeren dat zijn neus haar beha bijna raakt. Hij reageert alleen door met een hand in dezelfde richting van zijn blik te bewegen. Wat hem uiteraard een behoorlijke klap oplevert.
‘Allé, alsof ik vlees ben’
Maar meer zijn wij vrouwen vandaag ook niet. En willen we ook niet zijn, besef ik, als ik de bus nog eens rond kijk. De meisjes giechelen gewillig in de armen van de ploerten die ze grijpen. Vrouwen op koninginnedag zijn er om genomen te worden. En als ze daarvoor komen, waarom niet? Maar als ze er niet van gediend zijn kost het een behoorlijke linkse, rechtse en er-dwars-doorheense om mannen op een grotere afstand te krijgen dan hun stijve. Hoe later op de avond, hoe harder je moet slaan. Afwijzen is tenslotte alleen uitlokking. Lesbisch zijn nog veel meer.
Het brengt de wrange smaak boven van mijn oud-en-nieuw.
Ook op die avond zijn we enkel vlees. Vrouwen worden op feesten niet gezien als meer dan loslopende kutten om je in te wringen. Ik wil zo graag schreeuwen dat ik geen mannen hoef, zoals ik doe op normale avonden. Maar op gewone dagen krijg ik een normaal gesprek, op een feestdag is het een uitnodiging: dan boren ze zich graag nog dieper in mijn vlees. Hoe zichtbaarder ik ben, hoe liever ze me willen pakken. Al zou een stevige kuisheidsgordel een goede preventie zijn, ik weiger. Ik wil feesten in mijn jurk, ik wil het recht hebben om met rust gelaten te worden.
Het recht om mezelf te zijn.
Maar die tijd komt er gelukkig snel aan. ‘Zin om terug te komen in augustus, voor nog een festival?’ vraag ik mijn huisgenoot. Ze kijkt me niet begrijpend aan. ‘Gaypride in Amsterdam,’ leg ik uit. Ik zie haar zichtbaar ontspannen en kan een glimlach niet onderdrukken. Deze heterodame begrijpt het beter dan ik vroeger deed. Toen dacht ik nog dat het niet nodig is, die gaypride. Zo’n dag, of zelfs een week, waarin iedereen liep te etaleren dat hij homo was. Ik dacht dat de gaypride ging om de leren broeken en veren, de seks in achterafsteegjes en de provocatie. Nu weet ik wel beter.
Op elk festival gebeuren de smerigste dingen.
Maar veren, leer en gewillige seks zijn daar geen onderdeel van. Inmiddels lijkt het me onschuldig festivalgedrag, op een dag die van ons is. Van ons, om te kunnen feesten zoals oud-en-nieuw, zonder ons in te hoeven houden bij de nieuwjaarskus. Zonder te worden betast en te horen ‘ach ja, dat doen mannen altijd’. Van ons, om onze carnavalskleden uit de kast te trekken zonder uitgejouwd te worden om de naaktheid. Zonder dat mannen het recht hebben om een hand in onze broek te steken onder het mompelen van ‘het is toch een grapje’. Van ons, om koninginnedag te vieren zonder aangerand te worden. Zonder mannen weg te moeten slaan en te horen ‘meid doe niet zo opgefokt’. Gaypride is de enige feestdag dat de zin ‘Ik ben lesbisch’ misschien genoeg is om iemand af te laten druipen.
‘Natuurlijk kom ik terug!’ zegt mijn huisgenote.
En ze komt inderdaad terug. Zaterdag is ze er ook, om te zwaaien met de homovlag en om de hitsige, maar gelukkig niet zo opdringerige, vrouwen op afstand te houden. Om eens niet benaderd, bevoeld of zelfs bedreigd te worden door mannen. Om te feesten zoals het hoort. Want de gaypride is geen exclusief naakte-nichten-gay-only-boten-parade. Het is een goed feestje. En we verdienen een goed feestje. Homo’s, hetero’s en alles er tussenin zit, wij hebben recht op deze dag.
De enige feestdag waarop we állemaal onszelf kunnen zijn.