Ik huiver wat boven de minestronesoep. Toen ik jong was noemden ze me een soepmens, want soepkind klonk zo onaardig. Ik was gek op dat spul. Nu ik ouder ben geworden en andermans soepen heb leren kennen, blijken er allerlei heel dikke variaties te bestaan. Erwten bijvoorbeeld, te vies voor woorden. Of dit. Tomatenpap gevuld met wazige dingen, waaronder pasta. Ik vind pompoen nog wel te doen en voor een bak room -maar niet te dik- met een enkele asperge, paddestoelen of wat mosterd begin ik te watertanden. Maar een soepmens blijk ik niet. Doe mij maar een liter bouillon.