De kat waar we op passen houdt erg veel van eten. Als ik terugkom van een interview staat hij al luid miauwend naast het bakje geposeerd. Om vijf uur geef ik toe aan zijn steeds klagelijker keelgeluiden en stop hem zijn blikje toe. Terwijl hij vrolijk slobbert glip ik het balkon op. Ik kijk over de zonovergoten binnentuin en denk terug aan mijn gesprek. Interviewen is iets waar ik ooit per ongeluk aan ben begonnen en nooit meer echt van weg kom. Ik vind het niet leuk, maar ook niet echt vervelend. Behalve morgen dan, als ik de ondervraagde ben.