De klanken van Brigitte Kaandorp dreunen nog na in mijn hoofd. Van haar onovertroffen ‘ik heb een heel zwaar leven’, natuurlijk, maar ook van haar nieuwer repertoire. Humor met een vleugje waanzin is het. Een lach als medicijn tegen de zinloosheid van het zijn.
Dat is wat goed theater is. De acteurs, zij laten het leven zien in al haar ruwe verschijningsvormen. Het publiek speelt voor heel even dat zij buiten of zelfs boven datzelfde leven staat. Wat er op dat podium afspeelt is niet wat er gebeurt op een doordeweekse dag op straat. Behalve dat het vaak precies is wat er gebeurt.
Mijn blogs zijn een stijl, een manier, en ik hang wat dieper in de pijn dan het leven van alledag. Mijn leven van alledag is een stijl en een manier en ik hang vaak wat sterker aan onverwoestbaar zijn dan van mijn psycholoog mag.
[bctt tweet=”Leven is humor met een vleugje waanzin. Een lach als medicijn tegen de zinloosheid van het zijn.” username=”raak_me”]
Soms sta ik ook op dat podium. Ik ben geen actrice, ik kan mensen wel een vleugje waanzin geven. Ik ben veel kwetsbaarder voor een publiek dan op straat. Omdat het dan draait om waar het werkelijk om gaat.
Een paar liedjes, een paar grappen, wat mensen die te veel, te hard lachen, wat mensen die de eerst laag snappen, de tweede, de derde zelfs. Alleen wie blijft kijken of het al honderd keer gespeeld heeft, komt misschien tot laag elf.
Er is vast ook een twaalf. Of een tweehonderdzeventien. Er zit nog zoveel meer in het leven en in het spel dan ik ooit heb gezien. Het is waanzin met een vleugje humor, en ik hou er zoveel van, dat ik zelfs voor dat vlaagje leven kan.
Onderweg van Brigitte naar huis zoek ik in haar repertoire. Niet naar haar sarcastische kant. Maar naar dat stiekeme ware. En ik hervind haar wens te leven zonder angst.
Iets wat iedereen in elk soort leven herkennen zal. Ik als mens met angststoornis zowel het meest van al als het minst van al. Ik murmel mee met mijn eigen teksten. “Ik wil leven ondanks angst… ik wil leven dankzij angst.”
Want dat is waar het om draait. Ik wil over die straat met mijn masker op mijn kop, langs de slager met mijn beste glimlach op, ik wil doen wat me bezwaart, ik wil dat niemand, vooral ikzelf niet, mij mijn angst bespaart.
Ik wil niet leven zonder angst. Ik wil leven met angst. Ik wil leven. En ik denk dat elk theaterstuk en elke doordeweekse dag op straat daar uiteindelijk om draait.