leven tussen extremen

Leven tussen extremen

Toen ik jong was had ik een paar aardig obsessieve trekken. Iets met stoeptegels tellen, dingen in een hoek van 90 graden op mijn bureau, dwangmatig opruimen en getallen vermijden. De inrichting van huizen moest strak, felle kleuren waren uitgesloten, uit de band springen was een onbegrijpelijke zaak. En ook tot in de puntjes enge dingen voorbereiden hoorde er bij.

Er is zo weinig van over dat ik soms kan huilen van frustratie. Ik herinner me het moment dat mijn bureau volliep met spullen die ik al dan niet gebruikte. Dat ik niet meer schoonmaken kon. Dat ik voor het eerst geld leende. Een drankje te veel dronk. Een sigaret opstak. Met teveel mensen naar bed ging. Een sollicitatiegesprek compleet onvoorbereid betrad en daarom als een paria behandeld werd.

Sommige dingen zijn verschrikkelijk. ‘Had ik maar niet,’ denk ik dan. Sommigen zijn ronduit traumatisch. ‘Zonder dat was ik nu…’ denk ik dan.

Maar dan herinner ik me het moment dat ik mijn muren schilderde in de kleur van de opgaande zon, danste op de tafels tot het morgenlicht, geld dat ik niet had stak in een leven waar ik me eindelijk in vinden kon, de liefde vierde in al zijn verslaving. Een sollicitatiegesprek compleet onvoorbereid betrad en daarom hoe dan ook geen angsten meer had.

Ik kon er daarvoor ook mee werken, met die obsessies, het hoog-perfectionisme, die controle zoeken over elke dag. Ik kon een pad uitstippelen, ik kon me eraan houden, ik kon mijn angsten niet bedwingen maar wel elke dag opstaan. Maar ik kon pas leven, echt leven, toen ik die gekte liet gaan.

Er is zo weinig van dat perfectionisme over, echt zo weinig, dat ik soms kan huilen van opluchting. Ja ik word boos als je spullen op mijn bed legt. Ik kan er niet tegen als mijn kussens scheef liggen. Ik heb soms moeite met veranderde plannen, en soms helemaal niet. En ja ik ben, door de terugslag van het loskomen van obsessief gedrag, absoluut onberekenbaar verschrikkelijk als je zegt dat je een plan wilt. Want dan stop ik mijn hoofd in het zand en droom van niemandsland. Ik worstel elke dag met die twee extremen in hetzelfde hoofd.

Maar ik kan nu dingen die ooit onbestaanbaar waren. Een slechte beslissing maken. Naar een sollicitatie gaan en het wel zien. Mijn huis in vreemde kleuren tooien. Op reis gaan en pas de dag ervoor denken dat het eraan komt. Een liefdesbrief schrijven, gewoon omdat ik het wil. Geld uitgeven dat ik niet heb. Als de monsters van schuld me aanvreten wuif ik ze weg.

En ik kan ervan terugkomen. Een slechte beslissing ongedaan maken. Mijn huis weer witten. Op vakantie scherpe beslissingen maken. Geld terugbetalen zonder monsters op mijn rug.

Ik was blind en toen ik mijn ogen opende heb ik veel te veel gezien. Ik ben absoluut op een bepaald moment ver, te ver, de ene en daarna de andere kant op gegaan. Ik heb vastgeklemd tot ik niet meer houden kon en daarna gesprongen zonder parachute. En nu ben ik het allerergste van zowel het klem zitten en het laten vieren kwijt. De grootste vrees van het bestaan.

Met het leven kan het alle kanten op, en met de dood net zo goed. Maar ze jagen me, beiden, geen angst meer aan.