Jaren ’80-pot

Ik zit op een retro themafeest en kan elk stoffig liedje meezingen. Een ander leven, een vorige eeuw, luisterde ik al naar deze muziek. Om me heen dansen jonge vrouwen en lachen uitzinnig naar elkaar. Voor hen is dit ouderwets. Want het is alweer februari 2009. Nog even en we bezoeken feesten met een ‘jaren 00’-thema. Welke hoogtepunten kende de muziek de afgelopen 9 jaar? Ik heb geen idee. Na de jaren ’90 verloor ik mijn toch al vage interesse in muziek helemaal. Mijn kinderachtig gedrag natuurlijk niet, voor mijn gevoel is mijn jeugd pas veel later begonnen.

Maar stiekem ben ik oud, oud, oud.

En dan bedoel ik niet zomaar dat ik kom uit een tijd dat niemand van coming-outdag of Pink Christmas had gehoord. Of dat ik uit het pre-Senseotijdperk stam. Of van voor het Hyves-moment. Of van voordat MSN daadwerkelijk doorbrak. Die tijd zal iedereen zich nog wel kunnen herinneren. Maar ik weet zelfs nog dat er ooit geen computer in huis stond. En het moment dat er eindelijk zo’n ding naar binnen werd gesleept. Gesleept ja, want alleen het beeldscherm nam al bijna een compleet bureau in beslag.

Ik weet ook nog dat mijn vader uit Amerika een draadloze huistelefoon meenam. Er zat een gigantische antenne aan. Je zou er tot 200 meter in de omtrek mee kunnen bellen. Enthousiast ging pap naar buiten en liep de hele buurt door, terwijl hij aan de lijn hing met mij. Gewoon om te kijken hoe ver het bereik van de telefoon was. Op drie straten afstand verbrak onze verbinding, maar hij kwam terug met een rood hoofd en stralende ogen. “Het is fantastisch!” zei hij. “Nog even en iedereen kan bellen zonder snoer!”

Ik ben niet zomaar oud, ik ben zwaar antiek.

Ik kom zelfs van voor het Breezertijdperk. Ik weet nog dat er voor het eerst limonade met alcohol op de markt kwam en vrouwen elkaar begonnen af te lebberen. Ik had mijn coming-out al achter de rug. Dat is niet zo verwonderlijk, ik begon op mijn 13e met uit de kast komen. Maar helaas kwam de hele biseksuele rage net twee jaar te laat. Ik kon mijn tong nooit in experimentele meisjes steken. Ik kreeg mijn eerste try-out vriendinnetje toen ik al op serieuze relatieleeftijd was. En daar ben ik nog steeds verbitterd over.

Ik probeer in te lopen op mijn achterstand. Ik zit de hele dag op MSN. Ik koop nieuwe mobieltjes en ik blog. Ik ga naar fora en ik zit op Hyves, Facebook en weet ik veel wat nog meer. Soms drink ik zelfs limonade met alcohol, zolang het maar niet de merknaam Breezer draagt. Ik make-up me flink om naar jaren ’90-feesten te gaan, terwijl ik ’s ochtends vroeg op moet. En ik ben klaar met mijn studie voor ik mijn interesse in middelbare scholieren kwijtraak.

Waar hoort mijn generatie thuis?

We zijn opstandig, maar te jong voor de ‘wij hebben ook rechten’-beweging. Vrouwelijk, maar te oud voor de lesbische ‘huisje-boompje-beestje’-generatie. We moeten doen alsof we de ‘strakke pijpen broek’-rage niet eerder hebben meegemaakt en alsof we niet al eens eerder hebben gezien hoe die helemaal-uit-de-mode raakte.

Wij jaren ’80-potten zitten hier tussen wal en schip, tussen onze plek in de wereld moeten opeisen en door de media en regering als een beschermde soort worden bestempeld. We vechten zoals de generaties voor ons om zichtbaarheid en zoals de generatie na ons om gewoon op te kunnen gaan in de massa. We zijn oud en jong tegelijk. We hebben ons de vernieuwende technologie eigen gemaakt, maar kunnen nog steeds onze mobieltjes uitschakelen en van de radar verdwijnen.

Eigenlijk passen we nergens, dus proberen we onze eigen regels te maken. Dat is heel vervelend en heel onzeker, maar het heeft ook zijn voordelen. We zijn activisten zonder bloedvergieten. We creëren onze eigen weg, zonder echt te hoeven vechten of echt normaal te moeten zijn. En dat maakt ons ongelooflijk vrij.