Gaydar

Ik was twaalf toen ik voor het eerst zonder mijn moeder de trein in stapte. Ik ging met een groep klasgenootjes naar Utrecht voor één of andere excursie. Het meisje in de trein was ouder. Ongeveer zeventien, schatte ik. Ze zat schuin tegenover mij in de overvolle coupé, las een magazine en liet haar kauwgom ongeïnteresseerd klappen. Het regende zo hard dat het buiten bijna donker was en in het raam kon ik haar weerspiegeling vaag onderscheiden. Bruine ogen, donker haar, een bepaalde onverschilligheid. Ik vond haar absoluut niet leuk, maar toch werd ik naar haar getrokken.

Linda, mijn beste vriendin, was de Break Out! aan het doornemen met een groep meisjes. Ze las nu lacherig de horoscopen voor. Het kwam er op neer dat we deze week allemaal een énorme hunk zouden tegenkomen. “Ik hoop vandaag,” zwijmelde Linda, “in Utrecht valt er vast meer te zien dan een paar huizen!” Met grote glinsterende ogen stootte ze me aan. “Kijk dan! Jij hebt ook een ‘onverwacht spannende ontmoeting’!” Niet al te enthousiast keek ik naar Linda’s Break Out!. Daarna wierp ik terloops een blik naar het meisje. Haar kauwgom klapte, ze sloeg verveeld een blad om. En toen keek ze me recht aan.

Een vage glimlach trok over haar gezicht

Vuurrood keek ik het raam weer uit. Niet dat het echt werkte, haar weerspiegeling was daar nog. Ik kon zien dat ze nog steeds naar me keek, duidelijk geamuseerd. Krampachtig hield ik het vol om tot Utrecht naar buiten te staren. Toen Linda en ik het perron opgestapt waren liep ze als een wervelwind langs me. Dwars door mijn verlegenheid heen draaide ik me naar haar om. Ze wierp me een bijna triomfantelijke blik toe. En ik wist dat ze iets gezien had dat ik nog nooit aan iemand had durven vertellen.

“Kende je haar ergens van?”, vroeg Linda me, toen we op weg waren naar het eerste vervallen krocht dat we die dag moesten bewonderen. “Ze kwam me bekend voor”, zei ik. En dat was waar. Ik wist zeker dat ik haar nog nooit gezien had. Maar toch had ik vanaf de eerste blik iets in haar herkend.

Iets van mij.

Ik ben helaas geen twaalf meer. Om eerlijk te zijn ben ik twee keer zo oud, al noem ik mezelf het liefst “ruim twintig”. En ik woon in Amsterdam. Ik vind het allang niet meer ‘onverwacht spannend’ als ik iemand die ik nog nooit heb gezien herken op straat . Toch komt de herinnering soms weer boven drijven. Zoals laatst in de tram, toen ik in een innige omhelzing verwikkeld was met een lieve vrouw.

Voor mij zaten Engelse toeristen, een moeder van een jaar of dertig en haar vijftienjarige dochtertje. Het meisje draaide zich om. Haar donkere ogen zochten naar het raam aan de achterkant van de tram. Ze keek geconcentreerd, bijna aandoenlijk mooi, al was ze niet knap. Waarschijnlijk wilde ze Amsterdam van achteren zien. Wat ze zag was Amsterdam full frontal, Amsterdam op zijn best: ze zag onvervalste liefde. Verstrengelde armen, verliefde blikken. Met grote schrikogen keek ze me aan.

En ik glimlachte vaag naar haar.

Geamuseerd zag ik hoe ze zich omdraaide. Ze knoopte een hakkelend gesprek aan met haar moeder, die zich van geen kwaad bewust was. Het ging over welke halte ze moesten hebben. De volgende, was de uiteindelijke conclusie. Stadhouderskade. Als echte toeristen hadden ze geen idee dat ze de stopknop in moesten drukken om daar daadwerkelijk uit te kunnen. Vlak voor de halte leunde ik loom naar voren, over het meisje heen, en drukte voor haar op de knop.

Ik keek haar na toen ze naar buiten liep. Mijn gaydar rinkelde feilloos bij elke stap, maar ik wachtte op die laatste bevestiging. Toen ze zich omdraaide, drukte ze niet alleen angst uit, maar ook overwinning.

Ik keek triomfantelijk terug.

“Zo”, zei ik tegen mijn mooie metgezel. Ze grinnikte. “Weer één ingelijfd?”, vroeg ze. “Ja, hard bezig voor de goede zaak. De geheime homo-infectieconfederatie kan tevreden zijn”, antwoordde ik. “Je bent volksvijand nummer 1 van conservatief Amerika”, zei ze. Ik streelde loom haar ruggengraat. “Maar van lesbiennes ben ik volksvriend nummer 1”, fluisterde ik zachtjes in haar oor. Want iedere vrouw verdient een ‘onverwacht spannende ontmoeting’. En niet iedere vrouw wil een énorme hunk tegen komen.