Ik probeer sinds ik kan denken alles met rede te bezien, van een afstand te bekijken en de juiste ruimte te houden. Maar in al mijn therapiesessies schaaf ik aan de stoelpoten van mijn rationaliteit. Het geforceerde pragmatisme blijkt mijn grootste vijand, mijn rode vlag, mijn gevaar. Ik heb zoveel in haar naam gedaan of gelaten. Maar wat ze vraagt is dan wel uitzonderlijk redelijk, het is onmenselijk op hetzelfde moment.
Nee dat is het verkeerde woord. Pragmatisme, ratio en rede zijn menselijk. Het is vooral of misschien wel uitsluitend, de mens die ze kan praktiseren. Ze zijn alleen, besef ik inmiddels, uitzonderlijk onmij.
Mijn emoties waren altijd voor de stille uurtjes, het beeldscherm, de rondjes rennen in de kamer, de korte onverklaarbare explosies. Kortom, ze mochten er eigenlijk nooit zijn. Maar ik ben een instinctief dier, een onbehouwen beest en een bijzonder emotioneel mens.
Dat voelt als uit de kast komen. Ik was 13 toen ik besefte dat ik lesbisch was, het is vreemd dat het me meer dan dertig jaar kost om toe te geven hoe verschrikkelijk gevoelsgedreven ik ben. Vooral omdat ik weet dat de wereld dit echt al weet. Ik heb de emotionele equivalent van de wapperende hand, de verwijfde stem, of de tuinbroek en het bloempotkapsel.
Het is één groot mijnenveld, daar in mijn emotionele zone. Één stap verkeerd en je kan een been verliezen. En zoals sommigen too gay to function zijn, kan ik best wel eens too emotional zijn. Af en toe zit ik te ver vast in die maalstroom van gevoelens om te kunnen functioneren.
Ken je valkuilen. Dit is die van mij. Ik zet de belangrijkste drijfveer in mijn leven, mijn gevoel, al zolang als ik mezelf ken op de reservebank. En nu ik haar eindelijk erken, moet ik mijn zelfbeeld, net als toen ik lesbisch bleek, compleet omver werpen.Ik heb ik geen idee wat voor impact dat heeft. Wat voor storm er losbreekt.
Maar stormen gaat het zeker.