Je komt haar tegen tijdens een avond stappen. Waarschijnlijk herken je haar van gay.nl. Of van Hyves. Of van die ex van je ex. Maar toch, dit is de eerste keer dat je haar echt ziet, zomaar in het wild. Ze zwaait haar haren naar achteren en kijkt je aan. De aarde stopt met draaien, je knieën beginnen te trillen, je hart slaat een slag over en er gebeuren nog zo een paar van die afschuwelijke romantische clichés, die je meteen doen inzien dat dit helaas geen simpele kiss-and-ride gaat worden. Wat nu?
Wapperen met je haren en wachten tot ze naar je toe komt.
Dat is de tactiek van een vriendin van mij. En als het niet lukt wapper je nog een keer. Daarna? Dan blaas je gewoon de aftocht. Het moge duidelijk zijn, deze vriendin is een prooi-figuur. Ze wacht tot iemand hapt en ze kan loslaten als dat moet. Ik kan wapperen wat ik wil, ze zal niet komen. En als ze iemand is die meteen komt, vind ik er niets meer aan. Dus kijken, lachen, flirten, op de tanden bijten en het gesprek aangaan; dat is het enige wat er op zit.
En natuurlijk komen de woorden niet, wanneer je ze nodig hebt. Of ze komen als een stroom, meegedragen door het bier dat je al gedronken hebt. In ieder geval ontglipt ze je. Tijdelijk of volledig. Of er komt toch het moment dat je zou moeten zoenen, en zou zoenen in elke andere omstandigheid, maar het niet doet. Er staat te veel op het spel. En zij zoent jou niet, want zij is de prooi. Drie onhandige kussen op de wang is het meeste wat je eruit kunt slepen.
De verhitte koorts begint.
Je wordt wakker en loopt heen en weer door de kamer. Wanneer is het een fatsoenlijke tijd om gay.nl op te starten? Of een krabbel te sturen? Iets nonchalants over gisterenavond: “leuk om je gezien te hebben”? Iets grappigs, dat de aandacht trekt? In ieder geval moet er een vraag inzitten, zodat ze je kan antwoorden. Een reden om het gesprek te starten.
Drie uur later heb je een moeizaam bericht in je hoofd. Als je geluk hebt, heeft zij dan jou al gevonden en eenzelfde gekunsteld bericht gestuurd… Het grote geheim van jagen is namelijk doen alsof je niet echt zo graag wilt. Maar het werkt alleen als je niet echt zo graag wilt. En te hard to get spelen, kan natuurlijk ook vreselijke gevolgen hebben wanneer je hart ongewild inzet van het spel blijkt te zijn.
Maar de dialoog is gestart. En dat levert weer nieuwe vragen op. Wat is de tijd dat je ergens subtiel om een MSN-adres kan vragen en wanneer heb je een legitieme reden voor een telefoonnummer? En als je dat hebt, hoe vaak kan je sms’en? Mag je ook bellen? Kun je misschien een date voorstellen? Homomannen hebben een makkelijkere etiquette, ze geven zich bloot, ze doen niet alsof. Maar wij, wij moeten die belachelijke kruising tussen ijskoningin en knuffelbeer tot het einde balanceren. Soms tot na de zoen. Soms zelfs tot na het bed.
Balanceren tot het masker eindelijk afvalt.
Tot ze eindelijk zegt wat je allang kan zien. Of totdat je toegeeft aan wat je niet voor je kan houden. Tot de woorden echt zijn, glashelder. Een ‘nee, dit was het avontuur’. Of een ‘ja, ik wil verder’. Either way, tot dat moment dat je de zon weer voelen kan. Die al die tijd geschenen heeft. En het angstzweet weer de kans krijgt op te drogen. Je jouw gezicht naar de hemel kan heffen en tijdens een diepe ademtocht verzuchten: mijn god, ik houd van de jacht.