Ik hou niet van je.
Natuurlijk vermoedt je dat al, je ziet de twijfels die mijn gezicht overschaduwen. Je merkt dat mijn stemming om kan slaan binnen een seconde. Je weet dat ik emotioneel onbereikbaar ben als ik nuchter ben en dat ik naar je schreeuw als ik heb gedronken. Je gelooft misschien dat ik lief kan zijn. Dat ik de last van de wereld met je kan delen. Dat ik ooit voor je kan zorgen. Maar het enige wat ik wil is dat je voor mij zorgt, dat je me uit bed krijgt elke morgen, aankleedt, naar werk stuurt, dat je voor me kookt en de was doet. Dat je luistert naar mijn klaagzang. Dat je me vasthoudt als ik bang ben. En ik ben altijd bang.
Ik kan niet van je houden.
Je bent vast een fantastisch persoon, als ik je had kunnen leren kennen. Als ik het in me had om een connectie met je te bouwen, naar je dromen te luisteren. Als ik wist wat het was om een emotie voor je te voelen. Maar het is dof hier binnen. Leeg en koud. Er is alleen angst, woede en eenzaamheid. Met af en toe die adrenalinevlaag als ik je zie. Die ik aanzie als een teken dat er geluk is, dat dit voor altijd is, dat je me voor altijd mijn lasten zal ontnemen. Dat je dat aan me verplicht bent.
Laat me je niet verplichten.
Dit is wat er gaat gebeuren als je in mijn val loopt: als je gelukkig bent neem ik je dat kwalijk. Als je iets kan dat ik niet kan, neem ik je dat kwalijk. Als je iets niet kan wat ik makkelijk vind, neem ik je dat kwalijk. Als je me niet vasthoudt, neem ik je dat kwalijk. Als je binnendringt in mijn persoonlijke ruimte om me vast te houden, neem ik je dat kwalijk. Als je me niet leert te leven, neem ik je dat kwalijk. Als je me probeert iets te leren, neem ik je dat kwalijk. Als je mij niet heelt, neem ik je dat kwalijk. Ik zie het als jouw taak om mijn lasten te dragen, mijn leegte te vullen en me het lang en gelukkig te geven waar ik zo naar verlang. Vooral het gelukkig. Al heb ik geen enkel idee hoe dat zou moeten voelen.
Ik gebruik je.
Je bent mijn ticket naar een beter leven. Je zult alles voor me moeten oplossen, en ik zal je nooit echt dankbaar zijn. Ik zal soms naar je luisteren, maar je nooit echt begrijpen. Ik zal naar je schreeuwen, naar je schelden, met asbakken of deuren smijten. En daarna eisen dat je me omarmt. Ik zal je dwingen om naar me toe te komen en bij me te zijn, al zal ik er nooit echt voor je zijn. Ik zal je geen ruimte geven, geen plek om je veilig te voelen. Ik zal je niet toestaan een eigen leven te hebben, of een eigen mening. Je moet er voor mij zijn, voor mij alleen, en mij overnemen. En wat je ook doet, hoe je ook mijn bed spreidt en mijn leven voor me leeft, het zal nooit goed zijn.
Ik vind je nooit goed genoeg.
Het is hard, bitter en somber, maar het is waar. Ren zo hard mogelijk weg. En doe het snel. Verbreek alle contacten meteen. Want die adrenalinevlaag die je me geeft is een obsessie voor me. Ik ben verslaafd aan de opwinding van het verliefd zijn, en net zo verslaafd aan de hormonen die vrijkomen bij verlies. Je boosheid of teleurstelling geven me dezelfde high als je passie. Het lijkt dan alsof ik je bijna kan bereiken. En dat geeft me het gevoel dat ik iets uitmaak, dat ik besta. Dus ik zal alles doen om je vast te houden, alles doen om dat shot te krijgen. Doe wat goed voor je is en verdwijn. Nu.
Ik zal je er niet om haten.
In ieder geval niet persoonlijk. Ik haat je als een stuk van mij. Een verlengstuk dat niet werkt zoals ik vind dat het moet werken. Zoals al die andere stukken van mij die niet doen wat ik wil. Wees niet bang voor mijn woede, ik ben niet kwaad op jou. Ik ken jou niet, ook al zie ik je als mijn bezit. Al die woede, haat en angst zijn gericht op de enige persoon die ik echt ken. De enige persoon waar ik nooit mee kan breken. Voel je niet schuldig als je gaat. Jij hebt een keuze, doe alsjeblieft wat ik niet kan.
Maak je los van mij.