Bedpartner

Mijn huidige bed is half zo groot als die van een vorig leven. Waar toen drie mensen los konden slapen, kunnen in deze misschien anderhalf. Niet dat dat me uitmaakt, een losslaper ben ik niet. Als ik je lief vind vouw ik mijn ledematen om je heen, als dat me uitkomt snork ik vrolijk in je gezicht. Ik ben geen beste bedpartner. Daarom ben ik dat vrijwel nooit, sinds mijn leegte vullen geen levensbehoefte meer is. Er is meer veranderd dan de grootte van mijn bed. Maar als je bij me slaapt klamp ik me, nog altijd, aan je vast.