De prille zonnestralen zijn warmer dan verwacht. Ik ben nog licht in mijn hoofd van mijn vakantie. Thuis schiet ik in de stress als ik mijn agenda probeer te beheersen en de ontplofte kamer aanschouw. Ik moet denken aan wat een vrouw me eens zei, op de stoep van het ziekenhuis, terwijl ze medicinale wiet rookte. ‘Het maakt de pijn niet minder, maar je hoofd ruimer. Zodat je er omheen kan leven.’ Dat is wat zo’n reis ook doet, de paniek lost niet op maar de wereld verbreedt. Ik adem in en probeer vast te houden aan een wijd perspectief.