Mijn lange haren waren in twee vlechten getrokken, groen gespoten, en toen ik schoorvoetend het podium op struikelde en mijn zin al verhakkeld op het puntje van mijn lippen lag, gebeurde iets wat mijn voorstellingsvermogen te boven ging. In die musical in groep acht. De zin kwam vloeiend over mijn lippen, die van iemand anders bleken te zijn, iemand die niet hakkelde of struikelde. Bijna vijftien toneelstukken verder, en ik stotter nog net zo erg door de repetities heen. Ik hoop, zoals elke keer, op dat zoete wonder als er publiek bij is. Tot nu toe was de hoop terecht.