Het is laat als ik naar huis fiets, ik voel mijn vingers bijna niet van de waterkou. Ik moet via de velden waar altijd de lantaarns stuk zijn, precies op het punt waarvan ik best weet dat er hobbels zijn, maar niet precies waar. Ik bonk dus met volle kracht over de scheuren in het wegdek. Robbie Williams zingt in mijn oren iets over zichzelf zoveel angst aanjagen dat hij blijft wegrennen. Ik wil meerennen, maar waar je ook heen vlucht, je neemt jezelf altijd mee. Op de brug valt het lied stil. Ik stap even af en haal adem.