Van al mijn verslavingen is die aan de verliefdheid het hardnekkigst. Misschien omdat het een upper is, in een leven vol biologische en onnatuurlijke downers. Ik heb een aantal jaar er niet aan toegegeven en ik beviel niet.
Toen deed ik het nog een keer met verliefdheid, in veelvoud, en vloog alsof ik met een katapult was afgeschoten. Ik viel net zo hard. Ik verbrokkelde van de klap, mijn hart versplinterde in duizend stukjes. De verwachte zwaarte nestelde zich daarna weer knus om mijn hart.
Niet voor lang. Ik ben nog steeds splinters aan het rapen, dat is zeker. Maar de knusse band begint alweer zijn klem te verliezen. En de kriebels komen los, veel eerder dan ooit na een klap het geval is geweest. Veel meer dan ik sinds mijn scheiding heb gekend.
Wat niet betekent dat ik losga op datingapps of uitga om vrouwen te versieren. Ik val net te langzaam voor dat soort acties. Maar als ik ga, ga ik vol, hoofd eerst, kopje onder, veel te diep. Veel sneller dan ik zelf aan kan.
Ik heb een seconde nodig om iemand aantrekkelijk te vinden, een maand om dat te beseffen, nog eens twee weken om reddeloos verliefd te worden, van de manier dat je niet kan ademen zonder de ander. En ongeveer een half jaar om iemand genoeg te vertrouwen om haar binnen te laten. Die tijdslijnen zijn in een hopeloos gevecht.
Het resultaat zijn mijn stormachtige, steeds beklemmendere affaires. Zonder een goed opgebouwde band. Zonder hoop. Zonder lucht. Waarbij ik niet meer voor of met mezelf leef. Waarbij ik ergens, en meestal snel, de connectie met mijn gevoel afsluit en de depressie inschiet.
Maar dat hoeft dus kennelijk niet. Het blijkt zelfs mogelijk om met een meervoudig gebroken hart binnen een half jaar op te staan zonder het zwarte monster. Gelukkig maar, want ik wil de uppers niet laten staan. Ik wil die lucht in geslingerd worden. Ik raap erna mijn brokstukken wel weer bij elkaar.
Ik ben me ernstig bewust van deze valkuil, maar het leven zonder is me maar net wat meer waard dan depressie. Ik weet dat ik niet uit deze kuil wil. Dan kan ik het me hier maar beter gemakkelijk maken.
Ik voel de kriebels. Ik beleef het intens. En dan geef ik het lucht. Voor nu.