Om drie uur in de nacht word ik wakker van de deurbel. Twee keer. Het kost me een paar uur en een sluiptocht door het huis om in te slapen. ‘s Ochtends belt de buurman aan. In onze berging is ingebroken. We moeten meteen in crisismodus. Politie, VVE, spoedklusjesmannen. Dan eindelijk avond. Ik kijk een niet-kerstfilm met mijn vriendinnetje, hou haar vast tot we geen adem meer hebben. ‘Wat bindt jullie?’ vraagt de lange man van mijn huishomo me later. ‘Dat we hetzelfde naar de wereld kijken,’ zeg ik. ‘Dat ik me met haar helemaal veilig voel,’ denk ik erbij.