Passen

Ik zit aan een terras in Rotterdam. Ik ben alleen en Ik ben lang niet iedereens type, maar ik ben knap. Drie mannen volgen me als ik wegloop van mijn plek, terugkeer op mijn schreden en het terras ernaast betreed, ondanks wat de uitbater van het vorige café zou kunnen denken. Terug willen keren is bijna net zo belangrijk als gezien worden. Ik ben onnatuurlijk gehard door de altijd aanwezige ogen in mijn geboortedorp en de altijd aanwezige afkeuring in mijn gekozen stad. En nu, nu ben ik groter dan ooit en zachter dan ik wist. Ik pas hier precies.