Ik zet de daglichtlamp vol op mijn gezicht en vergis me vervolgens in de tijd. Het resultaat is dat ik vandaag ook een beetje echt daglicht zie. Dat is ook wat waard. Er zitten weinig uren in de dag, er is alleen nog een noodvoorraad energie. Ik kan nog steeds mooie dingen bedenken, net, maar ze waarmaken even nog niet. Elk jaar hetzelfde liedje, mopper ik zacht voor me uit, terwijl mijn benen me door een natte witte kou heenjagen. Maar ‘s avonds ligt het binnenwerk van ons boek in mijn mailbox te wachten, en ben ik alsnog oprecht trots.