Mijn voeten staan vastgebouwd met tassen. Ik dein zachtjes met de menigte mee, die overal om me heen juicht. De oudere dame naast me moppert terecht om het verkeer dat van en naar de boot aan de kade loopt. We bieden haar en haar man een regenboogvlag aan en later een cracker met humus. ‘Dat kan ik toch niet aannemen,’ zegt ze beduusd. ‘Jawel, u hoort er nu helemaal bij.’. En terwijl de een na de andere boot traag voorbij vaart, veel kostuum maar mij te weinig naakt, glimlach ik steels voor me uit. Iedereen hoort er vandaag helemaal bij