Een week geleden stond ik in een kerk te zingen, te spelen en vooral niet te lachen. Ik speelde de glansrol van depressieve nar. Het was misschien wel de makkelijkste en tegelijk de moeilijkste rol die ik ooit gespeeld heb. Op het podium kan ik iedereen zijn, maar de input komt toch uit mezelf. Depressie is iets wat ik goed kan opwekken, ook, misschien vooral, als ik vrolijke kleren aan doe en mijn gezicht volplamuur. Dat maakt het ook een moeilijke rol, even dippen in de diepte is niet perse fijn. Maar volgend jaar ben ik er natuurlijk weer bij.