Mijn hoofd is niet precies waar mijn lichaam is. Het is een nadeel van een leven na therapie. Ervoor sleep je je mank over de stenen en als iemand een blik werpt op je trekkende been, kijk je er snel overheen. Erna kun je nooit meer zalig niet-weten, je weet altijd dat er een steentje in je schoen wringt, een nagel in je teen, of een zenuw in je been. En dan nog maar eens uitdokteren welke van de drie en wat er aan te doen. Ik weet het zeker, het niet mijn schoen. Ik pak de nagelschaar wel weer.