Aan de andere kant van mijn raam ligt een ansichtkaart. Een stille foto van een winterse wereld. De bijbehorende temperaturen blijven buiten, maar het licht zelf voelt koud aan. Wit licht. Ik krijg zin om vijftig kaarsen aan te steken en een haardvuur te beginnen, om tegenwicht te bieden aan het TL-gevoel. Of omdat ik de romantiek voel van het plaatje. Een sneeuwvlok verstoort het stilleven. Er volgen er meer. Nu lijkt het op zo’n kristallen sneeuwbol, waaraan geschud is. Ik bestudeer de oneffenheden in het witte tapijt en vraag me af of ik daar mijn toekomst uit kan voorspellen.