In de ochtend schijnt de zon. Ik fladder te laat in mijn jurk en laarzen en rode jas de deur uit en vergeet dat een vest begin maart nog nodig is. Het gaat een koude dag worden, maar hij start in ieder geval licht. Ik bedenk dat de angst me sinds mijn laatste stijlwisseling slecht af is te zien. Decolleté, lippenstift. Ik bezit niet eens meer een broek of een coltrui. Ik vraag me af of ik op een veel te groot uitgevallen vlinder lijk. Mijn favoriete schuilplek is op dit moment niet meer donker. Ik verberg me in daglicht.