Ijspantser

Als ik aankom op werk is mijn jas wit van de rijp. Mijn haar ook. Zelfs mijn handen glitteren verdacht. Niet de beste manier om je dag te starten. Na het ijzig begin wordt het comfortabeler, maar het einde is voor mij zo ontwrichtend dat ik liever buiten had gestaan. Ik hou het laagje ijs over mijn huid in gedachten, in de hoop dat alles van me afglijdt. Dat mijn kern intact blijft. Ik heb een sterkere bescherming nodig, maar ik denk dat ik er doorheen ben. Nu wil ik slapen. Een andere dag zal ik het, hopelijk, beter doen.