En voor je het weet ben ik alweer halverwege. Twee voorstellingen gedaan, nog twee te gaan. Mijn vriendin droomt dat ik mijn werk op wil geven om musicalster te worden. Ik droom vooral van eten, want ‘s avonds krijg ik niet zoveel naar binnen. Het is een waas van geplamuurde gezichten, geplakte haren, maskers, zweet en zuivere tonen, felle emoties en rommelende decorstukken. Chaos, impressie, destructie en steeds opnieuw boven de grootse vlagen van angst uitstijgen, erop neerkijken iets doen dat buiten de grenzen van je eigen mogelijkheden leek te liggen. Geen high hoger en geen drug sterker dan spelen.