Het heeft even geduurd. Een paar ouders die gek werden van de onbereikbaarheid van hun dochter, al hebben ze me dat nooit verweten. Een paar vriendinnen die gek werden van mijn zwaarte, al zijn ze nooit daarom weggegaan. Zoals alles wat direct voor je ogen ligt, was dit het laatste wat ik zelf zag. Elke winter werd ik een monster.
Sinds ik dat weet heb ik netjes mijn disclaimers vermeld, bij welke relatie tot andere mensen ik ook aanging. In de winter word ik een monster – hou je dan ook nog van me? Het weten betekende niet dat ik de kou, de emotieloosheid, het diepe dal relativeren kon. Voor mij was dat alles, als ik erin zat, nog steeds echt. En onveranderlijk.
Ik was wie ik ben, en daarmee is elke ruzie beslecht. Artsen waren enger dan leven met ontvelde huid. Dus ik had geen gesprekken of pillen. Zelfs geen daglichtlamp, die toen nog schreeuwend duur waren en ik schreeuwend arm. Zoals alles met terugwerkende kracht begrijp ik er niets van. Maar ik was een van de mensen die het heft niet in eigen handen nam.
Nu heb ik pillen en psychologen en zelfs een echte daglichtlamp. Dat betekent niet dat de winter me niet zwaar valt. Nog steeds keer ik naar kluizenaarsmodus, nog steeds doe ik veel introspectie, ik voel de melancholie van de feestdagen wel. Alleen weet ik al als het begint dat het voorbij gaat, elk jaar sneller verdwijnt dan de vorige keer.
Ik heb geleerd deze maanden ‘nee’ te zeggen op te intensieve dingen. Ik plan persoonlijke projecten zo in dat de afronding gedaan is in november. Ik doe niet teveel aan kerst. Nu niet omdat ik instort maar omdat ik weet dat het niet werkt met mij. Ik droom van alles verkopen, verhuizen, me ergens in storten, vluchten. Maar ik neem geen belangrijke levensbeslissingen in de winter, daarvoor is het niet de juiste tijd van het jaar. Ik maak nu geen dromen waar.
Dit jaar blijkt deze periode niet alleen niet eeuwig, maar zelfs niet onveranderlijk. De pillen maakten me licht, de gesprekken minder angstig en meer gewaardeerd, de lamp verhoogt mijn energieniveau. Maar dit jaar kwam er onverwacht een extra cadeau.
De introspectiemaanden zijn een hel zolang je ontevredenheid vind. Die vond ik eens een keer niet. Ik vond een vrouw die gelukkig was op alle belangrijke vlakken van haar leven. Geliefd. Die dromen waarmaakte die ze nooit gedroomd had. Die gegroeid is naar een grootte waarvan ze het bestaan niet vermoedde. Iemand die ineens meer bereikte dan ze naar streven kon.
Maar bovenal vond ik iemand die lief was voor haarzelf, blij met haarzelf, trots op haarzelf. Die de wereld een beetje aanschouwt en denkt; alles komt en gaat en is organisch. Niets is maakbaar, niemand perfect. En het is goed zo. Het is echt goed zo, die chaos, die leegte, melancholie en woede, vallen en opstaan en weer neergaan. Het is echt goed zo, precies zoals het is.
Ik zou willen vertellen van mijn worsteling, maar op de een of andere manier is die er, ineens, niet meer. Ik zou willen vertellen hoe je er doorheen komt, maar ik weet het echt niet. Ik weet niet of het voor nu is of voor altijd. Ik weet alleen dat het onverklaarbaar genoeg zo is. Ik ben gelukkig.
Ik startte deze site in maart. Mijn geluk is deels te wijten aan zijn bestaan. Ik gaf een plek aan mij en andere mensen die niet weten waar ze heen kunnen gaan met hun problemen, voor begrip, herkenning, omdat ze vastlopen in het leven.
Het heeft een wrange schoonheid dat ik, door iets te creëren voor de mensen zonder stem, heb leren zwijgen. Niet omdat ik niets te vertellen heb, maar omdat ik zonder waarschuwing vooraf, zonder te weten waarom, zonder jullie te kunnen uitleggen hoe, ineens vooruit ben gegaan.
En misschien val ik wel weer. Maar ik weet nu dat ik misschien nooit het vliegen leer, maar wel echt weer op kan staan.