Dichter

‘Er is geen dichter die beweert geen dichter te zijn,’ verkondigde de man. Ik had me een beetje afgeschermd vanwege de grote livegang op mijn werk. Ik had me ook afgesloten voor het congres erna, omdat het onderwerp psychische ziektes was. Maar deze man sprak over dichters, en dat gedeelte van mij was blijkbaar nog direct aanspreekbaar. Ik was het grondig met hem eens dat flirten met psychische problemen een dichter kenmerkt. En grondig oneens dat dat de grootste angst is. Maar bovenal was ik grondig een dichter. Wel een onkarakteristieke blijkbaar. Mijn waanzin jaagt mij geen angst meer aan.