gay.nl

Blauwe maandag

Februari 2010, een zwarte maand voor Nederland, behalve voor de media. Politici die elkaar de kop inhakten, een traditionele uitglijder van het kabinet. Sven Kramer die van baan wisselde en Balkenende die dat niet deed. Een nieuwe, weliswaar demissionaire, minister van hetero-emancipatie, want voor de homo’s wenst Rouvoet niet te spreken. En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is ben ik twee keer onderuit gegaan op een stoep.

Het ijzelde niet eens meer.

Het was echt zo’n dag in februari. Het begon al vroeg in de ochtend, in mijn geval middag. Mijn horoscoop in een rondslingerende Metro beloofde me een onverwachte wending aan de dag, waardoor ik dingen in een beter perspectief ging zien. En iedereen weet hoe betrouwbaar de Metro is. Terwijl ik die crap las wilde ik koffie gaan zetten, omdat ik uiteraard was vergeten dat ik gisteren de laatste resten naar binnen gespoeld had. Toen ik richting de supermarkt liep, keken de wegwerkers niet eens op, hoe kort mijn snel-aangeschoten mini-rokje ook was. Niet op mijn langzame heenweg, en ook niet op de rennende terugweg (mijn bankpasje lag nog thuis).

Dat was het moment dat zo’n losliggende tegel me greep. Bam, op de grond. Met de benen wijd natuurlijk. En alsof ik in een disney-film terecht was gekomen begon het ook nog eens acuut te regenen. Ik moest de Metro nageven dat het een onverwachte wending was, maar het perspectief werd er niet beter op. Wegwerkers zijn lelijker van onderen. Vooral als ze nog altijd weigeren te fluiten.

Gekneusd, maar niet verslagen, stond ik op.

Er zijn ergere dingen dan niet te worden opgemerkt door mannen als je in het openbaar in je string zit. Sterker nog, wél opgemerkt worden zou meer in de buurt komen van een wereldramp. Maar het feit bleef dat mijn telefoon het voorgoed had opgegeven, dat Nederland een teringzooi was, en het ergste van alles, het was nog altijd februari.

Thuis aangekomen bleek ik uiteraard mijn sleutel vergeten te zijn. Dit was een goed moment voor een depressie, en voor mijn favoriete café. Gelukkig bleken enkele vrienden, met bankpas, daar al te ontbijten (of te lunchen, afhankelijk van hun dagritme).

Mijn tweede val, inmiddels zo laat op de avond dat het al ochtend was, was na uren barbezoek dan ook heel wat begrijpelijker. Bovendien zou ik die zo weer over doen. Want ik zag iets wat ik in mijn dagelijkse ritme niet vaak kon aanschouwen. In mijn pijnlijke omhelzing met de grond werd het me duidelijk hoe hoog de zon ’s ochtends alweer kon klimmen. Technisch gezien was het al tijd voor een volgende horoscoop, maar toch gaf ik de Metro zijn gelijk.

Dit was een fantastisch perspectief.

Mijn kneuzingen genezen wel. Nederland zal zijn wonden likken en weer doorrommelen. En het is inmiddels alweer maart. Nog even en het is komkommertijd. Voor crisissen en depressies ben ik niet in de wieg gelegd, maar geloof me, ik weet van alles over komkommers.