Bijna gaan

Over twee dagen vraag ik met mijn angst een Italiaan in een kiosk om een buskaartje. Wie dan leeft, dan zorgt, zeiden ze in vroeger tijden. In een andere stad, aan een andere zee, waar de lucht de onontkenbare droge geuren draagt van de evenaar, valt de zorg me minder zwaar. Ik maakte ooit de fout te denken dat het de vakantie was die me vrij maakte, maar het is niet zozeer de reis, het is de hartslag van het bereisde land. Italië is van alle Zuid-Europese gebieden het minste naar mijn smaak. Maar dichter bij mijn hartritme dan Nederland.