Treingesprek

De conducteur ploft op de stoel tegenover me. “Mooie tas,` begint ze en duikt vervolgens in een monoloog. Ze is 65 en baalt dat ze nog niet met pensioen kan. Ze leest voor op welke stations de trein tien minuten stilstaat, daar heeft ze een rookpauze. Ze wordt pas echt narrig als ze de trein uren niet uit kan. Bij een aanrijding bijvoorbeeld. “Soms is het een doek erover en verder. Maar als iemand nog leeft, dan moet je helpen.” Mensen lopen snel langs ons. Ze kijkt droevig. “Veertig jaar in de trein. En niemand wil met de conducteur praten.”