Strand

wind in haar zeilen
haar roer nog onbemand
is ze plotseling van de kade
op open zee beland

ze kreunt en ze smeult,
ze ontkwam maar net de brand,
ze rampt en ze tampt,
maar ze drijft, ze houdt stand,

en ik laat me meevoeren,
voor mij even geen land,
waarheen, wie zal het weten
ik kies daarin geen kant;

ik zie wel waar ze strandt