Ooit zat ik in een schrijversclub. We lazen elkaars verhalen, maakten soms opmerkingen. Eigenlijk waren we vooral bezig met onszelf huiswerk te bezorgen en daarmee onze eigen stroom van creatie veilig te stellen. Het was fijn, maar ook een beetje stroef. De groep viel uit elkaar toen iedereen zijn schrijfwerk weer op orde had.
Het verbaasde me toen dat er niet overal van deze clubjes waren. Fotografen vormen groepen, de meeste muzikanten spelen het liefst in een band. Maar schrijvers zijn vaak solistisch. Of ze hebben wel een groep mensen, maar dat zijn dan lezers, geen andere schrijvers.
Ik snap waar dat solisme vandaan komt. Ik begon op een dag gewoon mijn verhaal te typen. Maar dat deed ik omdat het in me borrelde, beefde en verteld moest worden. En ik niet beschikte over het talent om het uit te spreken, of de luisteraar die ik nodig had. Dat maakt verhaaltjes typen voor mij iets dat je alleen doet. De noodzaak om te schrijven ontstond uit het gebrek aan connectie.
Maar als je ouder, wijzer, of geoefender bent, moet je toch banden kunnen leggen. Al is het alleen maar met je medesolisten. Dat bleek alleen niet uit de verhalen van een clubsgenoot uit het schrijversgroepje. Zij had een roman gepubliceerd en kwam op de boekenballen, literatuurfeestjes en voordragerspodia. Ze had er niet veel mee. “Ze zijn gewoon niet aardig,” zei ze dan. “Schrijvers vechten voor hun eigen podium en steken daarbij het liefst het mes in je rug.”
Ik weet niet of dat ook gedeeltelijk aan haar lag, of aan de specifieke plekken waar ze heen ging. En ik weet ik niet of in het echte-schrijvers-land de sfeer nog steeds zo gespannen is. Mensen die ik ken van vroeger publiceren nu ongeveer hun eerste boek, zie ik op facebook. Geen van hen is iemand die een mes in een rug zou steken. Daarnaast vond ik een hele schrijverscommunity op instagram die juist heel erg graag lezen, liken en commentaar geven.
Maar dat zijn geen literaire groepen, ik ken ze uit een wereld vol connectie. Ik heb elk idee voor een roman – te grote spanningsboog – voordrachten – te beangstigend – en boekenballen – te sociaal voor deze solist – allang laten varen. Maar voor de wereld van connectie schrijf ik graag. Elke dag precies 100 woorden, goed voor facebook en instagram. Voor mij is het nu een doel op zich.
De stijl past me, maar vast niet mij alleen. Ondertussen zie ik allerlei andere schrijvers hun eigen stijlen uitoefenen, waar ik graag mee wil experimenteren. Soms wil ik een gedicht delen, alleen omdat het zo mooi is. Of een verhaal aanvullen uit een ander perspectief.
Ik wil graag creëren met andere mensen in wie het borrelt en beeft, beeldmakers, kunstenaars, en vooral ook schrijvers. Maar ergens voel ik dat dat nog niet kan, of mag. Dat het overkomt als bemoeienis, correctie, of iemand ineens naakt fotograferen. Dat het ergens te persoonlijk is.
Ik weet niet of ik het ben, of anderen, of een combinatie. Daarom probeer ik het maar op deze manier. Deze schrijver zoekt een band. Is er ergens een plaatsje vrij?