Omgekeerd

Terug is meestal rustiger dan heen, maar dat geldt voor deze vakantie niet. Waar we op de heenweg weinig geroezemoes hadden, staan de mensen nu in het vliegtuig in de gangen, en meerdere kinderen laten luid hun ongenoegen blijken. Vermoeid stap ik met mijn reiskleren de Nederlandse lucht in, die, ook zo tegennatuurlijk, veel heter is dan de Italiaanse zon. ‘Zullen we nog maar een vliegtuig pakken?’ zegt ze als we de overvolle trein in kijken, en ik lach. We zijn zowaar, zomaar, samen op vakantie geweest, misschien niet zo’n rare gedachte. Maar wij wisten niet dat, of, het kon.