met een uitgestreken gezicht
balanceerde ik op het koord
twintig centimeter boven de straat
als ik laag blijf en lief en licht
is er nooit een vrouw overboord
maar ik ken in mijn dans geen maat
ik kijk naar beneden, zie tot mijn schrik
meters luchtledig tussen de grond en ik
voor houvast is het te laat
ik wil geen val, geen sprong, geen pijn,
maar alleen in hoog spel kan ik zijn,
stijgen is het enige dat gaat,
beloof me slechts dit, lief, als ik beweeg,
als ik loslaat, als ik me overgeef,
als ik moet breken en mij schaad,
dat jij niet springt, niet duikt, niet vangt,
geen pleister brengt en geen verband,
geen troost of heldendaad,
want het enige dat ik verlang,
is dat jij in mijn val nog staat.