Lievelingsverhaal

De zon schijnt en de lucht is strakblauw. We wandelen en waden door modder langs het water, ik in mijn eeuwige laarzen en jas die meer op een cocktailparty past dan bij het bos. Het is zo koud dat ze praat over schaatsherinneringen, af en toe afgewisseld door een verrukte zucht als het licht de bomen ineens in goud laat baden. Ik luister tot ik vol zit van de anekdotes uit een ijziger tijd. ‘Vertel nog eens hoe we verliefd werden,’ vraag ik haar. ‘Die ken je al,’ zegt ze lachend, maar begint dan toch nog eens aan mijn lievelingsverhaal.