Lessen die ik leerde van mijn angststoornis

Lessen die ik leerde van mijn angststoornis

Lessen die ik leerde van mijn angststoornis

Ik heb een angststoornis. Toen me dat voor het eerst werd verteld, nadat ik als een zielig hoopje tranen leeg was gelopen op de bank van een therapeut, dacht ik alleen ‘huh? Is wat ik meemaak zo raar dat het een stoornis is?’ Ik voelde me alsof ik het niet goed had uitgelegd. Maar ze had natuurlijk gelijk. En dat was mijn eerste les:

Ik ben geen aansteller
Als ik vertel dat ik me banger voel voor een gesprek met de huisarts dan wanneer ik net bijna ben aangereden door een auto, is dat omdat ik me daadwerkelijk banger voel. Ik bevries, verstijf, val neer, heb letterlijk knikkende knieën. Diezelfde huisarts meet een abnormaal hoge hartslag. Het is er echt, het is waar.

Ik was dus geen aansteller als ik even niet de telefoon op durfde te nemen, even niet naar een feestje wil of even enorm opzag tegen het begeleiden van een vergadering. Het is niet zo dat iedereen zich voelt zoals ik en alleen ik niet mee kan komen in het leven:

Ik faal niet
Ik ben niet iemand die faalt te doen in wat anderen zo natuurlijk af gaat. We hebben niet dezelfde uitgangspositie. Terwijl mijn medestudent koffie drinkt voor een college ben ik, in vertaling naar haar leven, even een bungeejump aan het doen. Als een potentiële collega wat gespannen is voor zijn sollicitatiegesprek, ben ik aan de andere kant van de tafel zonder handen aan het vechten tegen een wight in Game of Thrones.

Dat begrip kon ik in mijn persoonlijke leven aardig goed accepteren, maar op de werkvloer is het lastiger. Daar was de noodzaak voor mij om me normaal voor te doen niet kleiner geworden.

Tot ik besefte dat ik mijn hand niet omdraaide voor het beantwoorden van moeilijke inhoudelijke vragen, technische oplossingen kon googelen nog voordat iemand het probleem omschreven had en nog wat andere dingen die waanzinnig normaal voor mij zijn. ‘Normaal functioneren’ is niet hetzelfde als ‘goed zijn in wat je doet’:

Ik ben niet normaal
Ik hoef mezelf niet te meten met anderen. Ik ben niet als anderen. Het is niet eerlijk mezelf af te rekenen op grond van de standaard voor peren, als ik een appel ben. Maar een appel kan zeker een aanzienlijke meerwaarde hebben in een wereld vol peren.

In eerste instantie probeerde ik zoveel mogelijk peergedrag uit, met behulp van de therapeut. Daar leerde ik waanzinnig veel van, over wanneer ik angstig ben, wat het triggert en welke dingen ondanks de angst energie opleveren:

Dat ik het niet durf betekent niet dat ik het niet moet doen
Als ik dingen, ondanks mijn angst, niet toch probeer, heb ik ook geen idee of ik het leuk vind. En er zijn ook dingen die ik niet leuk vind en blijf doen. Ik durf echt niet naar de huisarts, de tandarts, de psycholoog. Ik durf niet te praten voor een groep vreemden, een congres te houden, een boekpresentatie te doen. Ik durf geen telefoon op te nemen. Ik durf mijn baas geen compliment te geven. Ik durf niet toneel te spelen op een podium. En dit zijn toch dingen die ik doe.

Soms word ik gevraagd voor dingen die me een week van mijn leven aan stress kosten en die me daarna met een baggergevoel achterlaten. Vermijden is een onderdeel van de angststoornis dat je moet overwinnen. Maar vermijden is ook een heel menselijke strategie om gelukkig te blijven:

Dat ik het niet durf, betekent niet dat ik het juist moet doen
Ik heb een heleboel dingen uitgeprobeerd en sommige taken laat ik met alle liefde over aan anderen. Zoals vergaderingen begeleiden, de telefooncentrale beheren, autorijden, lastige interviews, enquêtes afnemen en workshops geven. Waarom zou ik dingen doen die ik niet durf, als ik het ook niet leuk vind en het me niets oplevert?

De volgende les was voor mij de allermoeilijkste maar allerbelangrijkste. Als er iets is dat ik eng vind is het mijn eigen kwetsbaarheid. Als ik het niet vertel doe ik geen hele rare dingen, ik val niet extreem uit de toon. Ik ben zelfs vaak aan het woord, behalve over mijn angst. Praten over angst, dat durven, doen, is verschrikkelijk, dus vermijd ik het graag.

Er open over zijn is ook precies het verschil tussen als appel kunnen functioneren in een wereld van peren, of voor altijd als een zielig hoopje leeglopen op de bank bij de therapeut, om vervolgens mijn hele leven in bed te blijven liggen:

Ik wil mijn kwetsbaarheid delen
Kwetsbaar zijn, grenzen stellen, keuzes maken. Vertellen, vertellen, vertellen. En dan, ondanks de angst, toch doen wat ik moet doen, wil doen, kan doen. Of juist helemaal niet.

Je kwetsbaarheid bespreekbaar maken geeft onverwachte inzichten in andere mensen. Zo bleek ik veel meer appels in mijn omgeving te hebben. En leerde ik op de meest onverwachte plekken bananen, aardbeien, ananassen en andere fruitsoorten kennen:

Ik ben niet alleen
De wereld zit vol mooie mensen die op hetzelfde of een ander vlak worstelen, psychisch of met andere monsters. Zij zijn geen aanstellers, falen niet, maar zijn ook niet ‘normaal’, voor zover dat bestaat. En ze zijn er om mee te praten, de pijn te delen en de eenzaamheid te verlichten.

Ik weet zeker dat ik nog veel meer lessen heb geleerd, of ga leren. Ik merk dat ik nu aan het zoeken ben naar die onderwerpen, omdat ik niet op publiceren wil drukken. Ik ben namelijk weer eens bang. Ik durf de wereld deze blog niet te laten lezen.

En ik doe het toch.