‘Dag klein meisje’ zeg ik bij het afscheid, denk er ‘op je kinderfiets’ bij. Ik ben heel moe en mijn normaal vrij abrupte gedachtesprongen zijn nu ronduit associatief. Ik begon na een gesprek over tenen over knoflook en gooide er na een zin die startte met het woord ‘liever’ een liedje over kipsleverworst in. Ergens was deze dag ineens over, is het weekend, is het vier dagen vrij. En is ze jarig. Niet zo klein meer, misschien, maar worden we eigenlijk wel ouder? Ik zit nog steeds af en toe in mijn hoofd op die kinderfiets. Nu bijna zonder zijwieltjes.