Herfst

Toen ik vanochtend het pad opliep bleek de wereld van kleur verschoten. Blozend hingen de bladeren aan hun al bleke steeltjes. Ze veranderen voor de laatste keer in de prille meisjes van weleer. Nu niet meer grasgroen maar met gele rokken en roze wangen, draaien ze rondjes om de stoere boomtakken, die gegroefd en onaangedaan meebuigen met ‘s winds ademstoot. Het licht dat met de paren speelt heeft nog een frisse oogopslag, maar het amber schijnt er al doorheen. Ik ben opnieuw verrast door het getijde van naderende dood, door haar verschrikkelijke levenskracht. Zij die sterven gaan, dansen nog eens.