What if?

Het is al laat. De tv speelt het journaal zachtjes af, de nieuwslezers en journalisten brommen in een vertrouwd ritme. Dezelfde stembuigingen, steeds opnieuw. Ik hoor ze wel, maar luister niet. Je tikt met je voet op de grond, terwijl je je computerscherm in de gaten houdt. En mij, want soms glijdt je blik net langs me heen als ik opkijk. De schok die dat in mijn maag teweeg brengt, voelt fijn, maar maakt me ook een beetje misselijk. Ik kijk liever naar beneden, naar je dvd-collectie. Dvd’s zijn neutraal terrein.

Ik ben hier. Bij jou.

We hebben gepraat, we hebben gelachen. We hebben gegeten, beneden in de tuin. Tijdens het koken stond ik achter je. Ik kon je shampoo ruiken, een vage bloesemgeur. Of zal het je parfum zijn geweest? Heel even wilde ik deel kunnen zijn van de lucht die je omringde. Die je aan kon raken. Die jouw geur in zich op mocht nemen.

Je belt nu met je vriendin. Ik probeer niet te luisteren, maar ik kan je lieve woordjes horen. Het gegiechel. Ik steek nog een sigaret op en denk aan mijn eigen vriendin. Ze zal inmiddels wel thuis zijn van haar werk. Ik hoop dat ze wacht met slapen tot ik thuiskom, zodat ik heel dicht tegen haar aan kan kruipen. Zo dicht dat ik bijna in haar verdwijn.

Zo dicht dat jij uit mij verdwijnt.

Mijn blik blijft steken bij de dvd’s die elke lesbienne waarschijnlijk in haar kast heeft staan en ik trek ze uit de stapel. Acht beeldschone vrouwen uit The L-Word staren me aan vanaf de voorkant. Verleidelijk. Net zoals zoveel vrouwen heb ik meegeleefd met Jenny, heb ik gegeild op Shane, ben ik vertederd geweest om Dana. En net als de meeste kijkende vrouwen heb ik gehuild om Bette. De intelligente, succesvolle, rechtschapen vrouw, die ‘de ware’ verliest. Omdat ze radeloos verliefd wordt op een ander.

In een goede relatie gebeurt dat niet.

Tenminste, dat is wat de meeste mensen zeggen. En als het dan gebeurt, ligt bij jou de keuze: heel hard werken aan je relatie, of uit elkaar gaan.

Bette viel voor Candace. Haar verlangen was zo groot, heftig en plotseling dat ze ervoor koos om alles op te offeren. Of gedwongen werd alles op te offeren. Want was er wel een keuze? Bette en Candace deelden na hun arrestatie één cel. Ze konden niet anders dan daar zijn, met zijn tweeën.

Candace: “What if… you stay on one side of the cot? I’ll stay on the other. We’ll draw an imaginary line down the middle.”
Bette: “I don’t think that’s gonna work for me.”

Ze zaten daar, samen. Zoals wij nu samen zijn. Je zit aan de andere kant van de kamer, maar je bent er. Wat zou er gebeuren als ik nu naar je toe loop? Welke kansen, welke mogelijkheden openen zich? En welke verliezen zullen we lijden?

Wat als ik de grens overschrijd?

Je kucht zachtjes. Je ogen zijn donker en ver weg. Ik weet niet of ik het kan, of ik zo dicht bij je kan komen dat ik weet wat je nu ziet. Maar ik weet wel dat het niet hoeft. Om ons heen zijn geen tralies. Ik ben vrij om te gaan.

Ik trek mijn schoenen aan en sta op. “Tot snel, schat” fluister ik hees. Je kijkt op. Ik zie angst, spijt en opluchting tegelijk. “Tot snel”, antwoordt je, en ik weet dat ik je nooit meer zal zien. Nooit meer zo, nooit meer alleen.

Mijn stappen klinken hol over de straat. Het is een keuze. Mijn eigen keuze. En dus altijd de juiste.

Maar wat als…?