Wat er nog te wachten staat is zo groot dat ik soms sta te trillen op mijn benen van verwachting, en op andere dagen net zo te trillen van angst. Ik sta op scherp, daarom voelen kleine stootjes soms als keiharde klappen, soms alsof ik opstijgen zal. Het grappige aan dit scheren over kammen, tussen verliezen en verlangen, is dat ik dit het liefste tegen elke prijs vermijden zal, maar ik zonder me door deze turbulentie te bijten nooit de lucht in kan. Als ik niet val, niet onderuit ga, zal ik dit jaar niet aan de grond blijven staan.