het oerwoud lag al
achter me maar leek
steeds onder mijn voeten
terug te kruipen
spottend lachend
liep het me plagerig
weer een stap voorbij
strekte zich uit
en ik vermeed mijn
handen te zien
die het groen tot
wonden vermaalden
want ze waren er niet
de woekerplanten
die voedsel zogen
uit mijn vlees
met bloemen die één dag bloeiden.