Op het menu staan verrassingsbroodjes, mijn collega appt de stand van zaken door. Ik bedenk me hoe ze daar staat, in het restaurant, foto’s makend van de counters. Waarschijnlijk kijkt niemand ervan op, we delen tenslotte alles. Ik vind dat heerlijk, maar als ik echt in een moment ga, is dat zelden met telefoon in hand. Op mijn fietstocht terug heb ik zo’n moment, haren in de wind. Er zijn geen gladde plekken, dus komt mijn val totaal onverwacht. Languit in de berm bedenk ik me hoe fijn het is dat niemand dit hoeft te weten, als ik niets vertel.