Ik herinner me bevende momenten op de grauwe bank van de psychologe, waar ik gelukkig niet op hoefde liggen. Buiten staken de eerste narcissen hun kopjes op. Ik las voor uit mijn mail, hoe het voelt om met angst te leven. Ik kende emoties, ik kende woorden, maar kon die twee alleen in schrift verenigen. Nu zie ik weer narcissen. Ik praat regelmatig over emoties en ik voel er ook nog eens bij. Er is nog iets veranderd, besef ik als ik terugdenk aan die grauwe bank. Ik leef niet meer in angst. De angst is een onderdeel van mij.