Ik huil zonder geluid tuiten. Omdat er een nacht was, zo zonnig als deze, in een jaar zo onbetekenend als dit. t alles stuk ging. Dat mijn leven ten einde was. En dat ik klaar was. En mijn moeder me vroeg wat ze me nog kon geven. We gingen naar Rome, mijn moeder en ik, en ik kan nog steeds huilen omdat ik weet. Dat ik al dood was. Dat wat ik ook doormaak, er nooit betere ouders waren dan de mijne. Dat het geen betekenis heeft. Dat je littekens er zijn, ongeacht of dankzij. Er is geen juiste weg.